The Man Who Wasn’t There

Kapper laat zich in met louche zaakje, waardoor zijn omgeving en hij het slachtoffer worden. De nieuwste van de gebroeders Coen kreeg de prijs voor de beste regie in Cannes.

In ‘The man who wasn’t there’ is die kleine man Ed Crane, een uitermate zwijgzame kapper (haar!) met een zeldzaam stoicijnse oogopslag. Ed reageert zelfs laconiek als zijn babbelzieke vrouw hem bedriegt met haar baas. “Het is een vrij land”, is zijn reactie in voice-over. Dan vertelt een klant aan Ed dat hij op zoek is naar kapitaal om een stomerij te beginnen. Hij heeft slechts tienduizend dollar nodig om een eerste zaak te openen. Met het geld dat hij verdient, volgt de volgende, enzovoorts. Kapper Ed ruikt zijn kans om in één klap aan de sleur van de kapperswinkel én zijn passieloze huwelijk te ontsnappen. Met chantage zal hij het benodigde bedrag bij elkaar krijgen, ware het niet dat hij in een Coen Brothers-film zit. En in een Coen Brothers-film leidt zo’n actie tot een aaneenschakeling van onverwachte gebeurtenissen.

“…een genot om naar te kijken. De elegantie en de onderkoelde humor waarmee zij hun verhaal presenteren is ongekend” (Algemeen Dagblad)