Nirgendwo in Afrika

Begin 1938 lukt het vader Walter om zijn gezin naar Kenia te laten emigreren.

Moeder Jettel kan in het begin nauwelijks wennen aan het dorre Afrikaanse steppelandschap. Ze snauwt tegen haar Afrikaanse kok dat hij Duits moet leren om met haar te praten en verruilt het gnoegewei aan de muur voor een Duits bergtafereeltje. De enige die onbevangen tegen de verhuizing naar Kenia staat is de vijfjarige dochter Regina, het later ego van schrijfster Stefanie Zweig op wier autobiografische boek de film zich baseert. Ze sluit vriendschap met de kok Owuor en de kinderen van het dorp en leert hun gebruiken en taal.

Ondanks hun dappere integratiepogingen voelt het joodse gezin zich toch de outsider die het in Duitsland ook al was. De zwarte bevolking blijft hen als allochtonen zien en de Engelse autoriteiten beschouwen hen als vijand. Na de val van het Derde Rijk komt het gezin voor een dilemma te staan: blijven in een woest maar fascinerend Afrika, of terugkeren naar een verwoest vaderland.

“De Oscar dubbel en dwars verdiend” (Filmkrant)